De Brielse Stoomzuivelfabriek de Eersteling
Bevrijd van snel bedervende melk
Toepasselijke naam
De naam was een directe verwijzing naar het Brielse verleden: in de toespraak die directeur Snoey tijdens de opening hield, bracht hij in herinnering hoe een van de aanwezigen tijdens een vergadering de naam opperde. Iedereen stemde er mee in: Brielle had zich immers in 1572 van zijn Spaanse en in 1813 van zijn Franse bezetter bevrijd. Een historisch feit om trots op te zijn.
Succesvolle onderneming
De stoomzuivelfabriek was meteen een succes. De boter vond grif aftrek en al snel richtte de fabriek zich ook de productie van kaas en gepasteuriseerde melk. Rond 1906 was het gebouw te klein geworden, zodat er werd overwogen de fabriek te verplaatsen naar het Ravelijn achter het toenmalige tramstation. Daar zouden de producten immers direct ingeladen kunnen worden om richting Rotterdam te verzenden. Er kwam echter geen toestemming van het Ministerie van Oorlog. De RTM werkte daarom op andere manieren mee aan het succes: in 1914 nam het trambedrijf een speciale wagon in gebruik om melk te vervoeren. Gedurende de mobilisatiejaren van de Eerste Wereldoorlog stegen de melkprijzen flink, zodat De Eersteling een goede omzet draaide.
De melkcontrole werd intussen steeds strenger, zodat de Stoomzuivelfabriek moest investeren in het beter koelen van de melk en zuilvelproducten. Daartoe kochten ze in 1910 voor zevenduizend gulden een machine voor ijsbereiding aan. Deze blokken ijs werden eveneens verkocht, onder meer aan slagers en het Groene Kruis.
Melksalon
Gedreven door het succes werd in 1918 overgegaan tot de opening van de Melksalon De Eersteling in het pand Nobelstraat 33 – in de gevel is de naam nog altijd te vinden. Hier konden bezoekers de producten van de zuivelfabriek kopen, maar ook een glaasje melk drinken. Het groeide uit tot een populaire pleisterplaats, waar lezingen, muziekavonden en vergaderingen werden georganiseerd.
Roemloos einde
De teloorgang sloeg vrij plotseling toe. Niet alleen zorgde de in 1927 geopende ijsfabriek annex zuivelfabriek De Nieuwe Brielsche voor een geduchte concurrentie, de prijzen voor boter daalde door de komst van margarine. De fabriek was verliesgevend, zodat De Eersteling in 1928 de deuren sloot, in 1934 was De Nieuwe Brielsche hetzelfde lot beschoren. Desondanks betekende de Zuivelfabriek een belangrijke stap voor de Brielse industrie.